Welkom

Inhoud

Inleiding

Andere tractie

Spoorwijdte

Producenten

Import & handel

Eigenaars

Materieel

Links

Contact

Nieuw

Zoeken

 

 

Stoomtractie smalspoor

Stoomtractie normaalspoor

Motortractie smalspoor

Motortractie normaalspoor

 

Draaischijven

 

laatst gewijzigd: 29-08-2022

 

Een leuk aspect van onderstaande foto is dat beide onderwerpen van deze webpagina op één foto te zien zijn: een normaalsporige en een smalsporige draaischijf.

FDHEEMAF002274 klein.jpg

← Zo zag het er op 01-02-1922 uit bij de Heemaf (Hengelosche Electrische En Mechanische Apparaten Fabriek) in Hengelo. Achter de donkere schuifdeur bevond zich het overdekte laadperron van de afdeling Expeditie [1].

 

Eerst het normaalspoor uitgaande van de draaischijf: het spoor linksonder leidt naar de spooraansluiting. Direct na de draaischijf ligt hierin een wissel van een omloopspoor. Het spoor naar links leidt naar de Grote Hal. Er is een eenvoudige portaalkraan overheen geplaatst. Het spoor naar rechts gaat naar een schrootopslag in de open lucht. Het terrein is slechts zeer gedeeltelijk verhard en de put van de draaischijf is niet volledig afgesloten. De diameter van de draaischijf is (naar schatting) 5,2 meter.

Dan het smalspoor: tussen de draaischijf voor het normaalspoor en  Expeditie ligt vierbenig spoor. Dat wil zeggen: midden tussen het normaalspoor ligt smalspoor. De spoorwijdte is (naar schatting) 500 mm. Bij Heemaf lag veel smalspoor. Daarop werden wagens met mankracht voort geduwd.

Tussen Expeditie en de draaischijf voor normaalspoor ligt een draaischijf voor het smalspoor. Dat is bij vergroting van bovenstaande foto beter te zien →

 

De foto illustreert grote verschillen tussen draaischijven voor normaalspoor en smalspoor. De draaischijf voor normaalspoor is veel groter en is in een put geplaatst. Vanwege zulke verschillen worden draaischijven voor normaal en smalspoor apart besproken.

HEEMAF smalspoor draaischijf.jpg

 

Normaalspoor

 

Draaischijven hebben bij industriespoor een deels andere functie dan bij spoorwegmaatschappijen. Daar werden stoomlocomotieven op grote draaischijven in de goede richting (met schoorsteen voor)  gedraaid. Voor de tenderlocs van industriespoor maakte de rijrichting niet uit. Daarentegen werden bij industriespoor kleine draaischijven gebruikt om de spoorwagens in alle hoeken en gaten van het bedrijfsterrein te krijgen. Zie bijvoorbeeld deze foto.

In de tijd van de paardentractie moet het gebruik van draaischijven geen enkel probleem gevormd hebben. Een voorbeeld is hier besproken; een foto van de combinatie van paardentractie en draaischijf staat daar.

 

Bij het gebruik van locomotieven waren de draaischijven doorgaans te klein om een loc met een wagen tegelijk te draaien. Daarom moesten de loc en de wagen(s) meestal apart gedraaid worden (tenzij er aan beide zijden van de draaischijf een loc was). Zo was bij de gasfabriek in Leiden (zie hier voor het sporenplan) volgens het oudste van deze boeken de werkwijze: de wagens werden één voor één door de (vuurloze) loc de draaischijf opgeduwd, gedraaid en met een kaapstaander van de draaischijf getrokken. Zie hier voor een foto van het gebruik van een kaapstaander bij een draaischijf. In plaats van een kaapstaander kon natuurlijk ook een lier worden gebruikt. Het was niet economisch om per spoor en per richting een kaapstaander of lier te gebruiken. Door het slim plaatsen van geleiderollen voor de kabel kon bij een draaischijf worden volstaan met één kaapstaander of lier.

De loc kan ook zelf via een kabel en geleiderollen een wagen aan de andere kant van de draaischijf bewegen. Een fraai voorbeeld staat op You Tube [2]. Machinist en rangeerder zijn goed op elkaar ingespeeld en de aandrijving van de draaischijf is elektrisch. Toch neemt het proces meerdere minuten per  wagen in beslag. Het ene eind van de kabel wordt vast gemaakt aan de zijkant van de wagen (zoals ook bij een lier en kaapstaander gebruikelijk is) en het andere eind aan speciale bevestigingspunten op de linker- en rechterkant van de bufferplaten. De film is in 1998 gemaakt; in 2003 werd het spoorbedrijf gestaakt.

Er zijn ook Nederlandse voorbeelden van het gebruik van een geleiderol om met een kabel wagens op een draaischijf te trekken:

TCSa bewerkt.jpg

Deze foto [3] is in circa 1950 in de sneeuw gemaakt bij de elektrische centrale het Twentsch Centraal Station (TCS) in Hengelo. Iemand van de toenmalige NS afdeling TransportVoorlichting heeft met de hand enige woorden van toelichting op de foto geschreven. De woorden tip slaan op TCS kolentips. Die zijn echter niet te zien omdat één van de twee TCS acculocs er bovenop staat.

De draaischijf op de voorgrond heeft een houten dek met daarop twee onderling loodrechte sporen. Nabij de onderste beeldrand is de vergrendeling van de draaischijf te zien.

De kolenwagens worden aan- en afgevoerd via het spoor dat loodrecht ligt op het doodlopende spoor waarop de acculoc staat en waarin de kolentips liggen.

TCSaDetail.jpgDe meest linkse van de vier heren staat met één voet op een geleiderol. De acculoc zou met een langs deze geleiderol lopende kabel een kolenwagen van het aan- en afvoerspoor op de draaischijf kunnen trekken. Het is niet zeker of de geleidrol ten tijde van de foto nog in gebruik was. Het TCS had namelijk twee acculocs (en later drie ex-NS oersikken). Daarom ligt het voor de hand dat ook op het aan- en afvoerspoor een loc actief was. Volgens oudgedienden werd er voor de komst van de acculocs een lier gebruikt. Waarschijnlijk werd(en) de geleiderol(len) gebruikt in combinatie met de lier.

 

NL-ZlHCO_0464.2_003259.JPG

De geschiedenis van de draaischijf bij de Heemaf in Hengelo is op diverse foto’s [1] uit de periode 1922 – 1961 te volgen.

 

← Op deze foto d.d. 01-03-1925 is de kijkrichting omgekeerd vergeleken met de eerste foto op deze webpagina: van (het dak van) Expeditie richting spooraansluiting. Die is voorzien van bovenleiding voor de beproeving van de Elocs en motorrijtuigen voor Nederlandsch Indië, die in de Tractiehal (links op de foto) gebouwd zijn.

 

Met een handkraan worden motoren voor Spanje in open wagens geladen. Die handkraan is een spoorrailkraan die staat op een vijfde op de draaischijf aansluitend spoor, dat er op de vorige foto nog niet was. Dit vijfde spoor zelf is op deze foto niet te zien, maar wel op de volgende foto.

Verder lijkt het bedrijfsterrein rondom de draaischijf nu volledig verhard te zijn. Voor de voorste wagen is een vergrendeling van de draaischijf te zien.

 

← De situatie op 01-04-1937 [1]

 

De portaalkraan van de “Stapelplaats voor ruw materiaal (assen en gietwerk)”  is nu verplaatst naar een positie boven het wissel. De stangen van de wisselbediening zijn nu afgedekt.

 

Het stukje spoor waarop de handkraan (in de vorige foto) stond zal nu wel overbodig zijn, maar het ligt er nog wel.

Tussen de railstaven van de draaischijf zijn de grendels te zien.

 

Op de achtergrond staat de loc Sientje, ter hoogte van de traverse. De bovenleiding voor de beproeving van de locs en motorrijtuigen voor Nederlandsch Indië is nog steeds aanwezig.

NL-ZlHCO_464-2_FDHEEMAF052791.jpg

Het ging wel eens mis:

 

← Op 03-07-1936 ontspoorde een wagen beladen met goederen bestemd voor de BPM in Pladjoe (in Nederlandsch Indië) op de draaischijf.

 

De oorzaak van het incident lijkt niet uit de foto af te leiden te zijn: het spoor op de draaischijf sluit goed aan. Er is wel een klein verschil in hoogte, maar dat kan ook een gevolg van de ontsporing zijn.

 

Op de draaischijf ligt (links op de foto) een rangeerslof. Mogelijk werden wagens met de loc naar de draaischijf afgestoten en daar met een rangeerslof op de juiste plaats tot stilstand gebracht. De rangeersloffen zullen in elk geval gebruikt zijn om te voorkomen dat de wagens tijdens het draaien van de draaischijf reden.

 

Enkele maanden later werd er druk gewerkt aan de vervanging van de draaischijf:

NL-ZlHCO_464-2_FDHEEMAF3712030.jpg

↑ Op 01-12-1937 werd de draaischijf omgebouwd [1] ↑

Nu is goed te zien dat het draaiende deel via een groot aantal flenswielen op een cirkelvormig gebogen rail rust. Op de voorgrond is de “boom” te zien waarmee de draaischijf met de hand gedraaid kan worden. Die boom is uitneembaar om ander verkeer niet te hinderen. Direct rechts naast de boom is een grendel geplaatst, zodat de man die de draaischijf met de boom draait de grendel kan vastzetten zodra de draaischijf in de goede stand staat. Diametraal tegenover de grendel bevindt zich een tweede grendel. Op de achtergrond is achter een open goederenwagen nog een stukje van de eigen loc Sientje te zien.

 

De diameter van de nieuwe draaischijf is (naar schatting) 9,5 meter. Op de draaischijf zullen twee paar onderling loodrechte spoorstaven komen te liggen. Van het tweede paar is nog alleen een klein stukje in het midden gemonteerd; op de foto hieronder is alles klaar:

NL-ZlHCO_464-2_FDHEEMAF3712031.jpg

 

← Dit is de situatie na afronding van de werkzaamheden op 31-12-1937, gezien vanaf Expeditie [1].

 

De vergroting van de diameter was niet de enige verandering. De sporen liggen nu verzonken in een houten dek en vormen geen belemmering meer voor het overige verkeer. Daar is al druk gebruik van gemaakt gezien de vele bandensporen op het houten dek.

Ook heeft de draaischijf nu twee onderling loodrechte sporen. Het meeste spoorverkeer zal vanaf de spooraansluiting van en naar de Expeditie zijn gegaan. Dit kon nu in elke stand van de draaischijf onbelemmerd doorgaan. Het stukje spoor waarop de handkraan stond`is weer verdwenen.

Op de draaischijf liggen 2 rangeersloffen. Ongeveer diametraal daar tegenover steekt de boom voor het draaien uit het houten dek. Anders dan bij de TCS draaischijf liggen de spoorstaven verzonken.

Heemaf 610313 draaischjif.JPG

 

← Op 17-05-1961 blijken er twee korte, gebogen spoortjes bijgekomen te zijn [1].

 

Ter oriëntatie: De afdeling Expeditie bevindt zich rechts buiten beeld. Het spoor tegenover dat naar Expeditie leidt naar onder andere het omloopspoor en de spooraansluiting op NS.

Op de achtergrond staat de markante schoorsteen van het nieuwe ketelhuis uit 1957. Dat werd op olie gestookt en dat verklaart de twee verticale tanks. Het oude - op kolen gestookte - ketelhuis werd bereikt via het spoor rechts van die tanks. De kolenwagens moesten dus op de draaischijf gedraaid worden. Het rechtse gebogen spoortje was mogelijk bedoeld voor de ontvangst van één ketelwagen.

Het linker gebogen spoortje gaat via een grote schuifdeur volgens een plattegrond het magazijn voor ruw gietwerk in. Het is bekend dat HEEMAF gietwerk (bijvoorbeeld voor motorhuizen) per spoor uit België ontving.

 

De draaischijf werd in deze tijd gedraaid door er een landbouwtrekker met één achterwiel op te rijden en dat achterwiel te laten draaien terwijl het andere werd geremd. De landbouwtrekker verzorgde ook de tractie op de zijsporen. De eigen locomotief Sientje kwam alleen op het spoor van en naar Expeditie en werd dus niet op de draaischijf gedraaid.

Het gebruik van de landbouwtrekker was mogelijk omdat het terrein geheel bestraat was.

Het draaien van de draaischijf met een landbouwtrekker was in principe mogelijk sinds 1937. Zoals uit de foto’s hierboven blijkt lag voor 1937 het dek van de draaischijf immers lager dan de omringende bestrating.

 

Heemaf had spooraansluiting van 1917 tot 1977.

 

 

Smalspoor

 

Draaischijven voor smalspoor konden sterk verschillen van draaischijven voor normaalspoor. Ze werden niet in een gemetselde put opgesteld, maar werden rechtstreeks op de ondergrond gelegd. Onderstaande foto’s [4] illustreren het leverprogramma van Du Croo & Brauns.

DCB draaischijf dicht bewerkt.jpg

DCB draaischijf open bewerkt.jpg

↑ De draaischijf is hier een echte schijf en wel zonder rails. De wielen van de te draaien wagen rijden op hun flenzen de schijf op en worden min of meer opgesloten tussen de opstaande ring en de gebogen stukken railprofiel in de vier hoeken [4].

↑ Na het afnemen van de schijf wordt de ring van kogels zichtbaar waarop de schuif draait. De schijf wordt op zijn plaats gehouden door een centale pen in de grondplaat. Voor 700 mm spoorwijdte was de schijf 10 mm dik en de grondplaat 8 mm. De affaire woog 235 kg [4].

 

Deze draaischijven hadden geen boom. Ze werden gedraaid door tegen de zijkant van de erop staande wagen te duwen.

Dit type draaischijf werd ook als oplegdraaischijf geleverd:

2013 05 08 NEHA 042.JPG

DCB klimdraaischijf met platen.JPG

↑ Bij de goedkope uitvoering van de oplegdraaischijf werden tongen op de rails gelegd [4] ↑

 

Bij een steviger maar duurdere uitvoering werden platen in plaats van tongen gebruikt [4]→

 

Zie hier voor een foto van het gebruik van een soortgelijke draaischijf.

 

SIJ klimdraaischujf.jpg

← Spoorijzer leverde onder andere deze assymetrische, geperste klimdraaischijf [5].

 

De draaischijf werd met de lengterichting evenwijdig aan het spoor gelegd. Aan de zijde van het grote open vierkant werd er een wagen opgereden. De wielen werden door de opstaande kanten van het grote open vierkant en de opstaande kanten van een daarachter liggend half vierkant in het gareel gehouden en werden tegengehouden zodra ze het einde van de “schijf” bereikt hadden. Vervolgens werd de schijf zodanig gedraaid dat de lengterichting van de schijf loodrecht op het spoor kwam te staan. De schijf rustte dan op een hier niet weergegeven spoor, waarop de wagen werd gereden.

 

Een soortgelijke oplegdraaischijf werd gebruikt bij de opslag voor kipkarren van Spoorijzer [6]. Er was één hoofdspoor, met loodrecht daarop tientallen opstelsporen. Door het verplaatsen van de klimdraaischijf kon een vrij te kiezen opstelspoor op het hoofdspoor worden aangesloten ↓

DCB verzonken raaischijf.jpg

 

← Du Croo & Brauns bood gegoten draaischijven aan die in de bestrating konden worden gelegd, omdat er in plaats van spoorstaven op de draaischijf gleuven in de draaischijf waren uitgespaard. Zo te zien had de draaischijf openingen waarin een boom kon worden gestoken [4].

 

Andere fabrikanten boden soortgelijke draaischijven aan.

Een voorbeeld van zo’n soort draaischijf staat hier.

 

 

 

Bij al dit soort draaischijven voor smalspoor valt te denken aan menselijke duwtractie, maar ook aan paardentractie:

 

Uit “De Modelboerderij Oud-Bussum bij Naarden” in Industrieel Weekblad, 5 november 1910 →

 

Op de achtergrond staat het hoofdgebouw van modelboerderij Oud-Bussum. Onder de stallen in dit gebouw liepen tunnels voor smalspoor met een spoorwijdte van 600 mm. De mest van de koeien werd in de in de tunnels staande kipkarren gestort. Op de foto trekt het paard trekt een kipkar uit een mesttunnel en is op weg naar de (overdekte) mestput. Op de voorgrond ligt een draaischijf van eenzelfde type als de hierboven besproken Fig 489 van de Du Croo & Brauns catalogus. De wielen van de kipkar blijven tijdens het draaien opgesloten tussen de binnenste en buitenste ring van de draaischijf.

Het is niet bekend of het paard bij het draaien ingespannen bleef en de kracht voor de draaiende beweging leverde.

 

Wendeplatte.jpg

 

↑ Tot slot: hierop werden wagens  gedraaid en het lijkt op een draaischijf, maar dat is het niet.  De Duitse term is Wendeplatte [7]. Er is hier alleen een grondplaat. Het daarop draaien van een wagen zal meer energie kosten dan bij gebruik van een echte draaischijf.

Ouud Bussum Natinaal Archief 008.jpg

Opmerkingen:

a)

Een zeer specifieke en relatief moderne (1972) toepassing van een draaischijf is het slechts één maal per jaar draaien van een dieselloc om eenzijdige wielbandslijtage te voorkomen. Voor zover bekend komt dit alleen voor bij Shell Chemie in Moerdijk (zie dit boek).
Het is de laatste in Nederland gebouwde draaischijf.

b)

De MBS heeft in Boekelo een draaischijf waarop locs met de hand gedraaid worden. Het is eigenlijk een wagendraaischijf, afkomstig van Arnhem Goederen.  

c)

Het is opmerkelijk dat de Heemaf draaischijf met de hand gedraaid werd. Heemaf leverde namelijk elektrische aandrijvingen voor NS draaischijven.

d)

Hierboven werd gesteld dat het meeste spoorverkeer bij Heemaf van en naar Expeditie ging. Die wagens hoefden niet gedraaid te worden en hadden dus geen grotere draaischijf nodig. De vergroting van de draaischijf in 1937 zal met name nodig zijn geweest voor de wagens met bestemming Grote Hal (waar soms enorme motoren en generatoren werden gemaakt) en voor de wagens die van en naar de Constructiewerkplaats gingen.

e)

Het is onduidelijk waarom er wagens met een handkraan in de open lucht nabij de draaischijf werden beladen, terwijl dat ook bij het laadperron van Expeditie had gekund. De foto betrof geen incident. Voor de handkraan was immers een extra spoor naar de draaischijf aangelegd.

f)

De in 1937 vervangen draaischijf werd nog elders op het Heemaf terrein gebruikt en staat nog op een foto uit 1942.

g)

Meer over draaischijven (foto, diverse sporenplannen) is te vinden bij de KSW in Nijverdal. De KSB (een zusterbedrijf) had zelfs een draaischijf met een diameter van 12,2 meter. Dat was voldoende om een (indertijd korte) loc plus wagen te draaien.

h)

In Franse industriebedrijven worden veel sectordraaischijven voor normaalspoor gebruikt. Daarbij heeft de kuil de vorm van een taartpunt, zodat minder ruimte wordt ingenomen. Voor zover bekend kwamen er in Nederland geen sectordraaischijven voor.

i)

In Duitsland kwamen draaischijven voor met twee evenwijdige stukken normaalspoor, zodat de draaischijf ook als traverse kon worden gebruikt door een halve slag te draaien. Een voorbeeld staat - na enig naar onderen scrollen – hier. Meer over de mogelijkheden en toepassingen van dit soort draaischijven staat hier.

k)

Soms wordt het woord “draaiwissel ” in plaats van draaischijf gebruikt. Dat is vooral het geval bij monorailsystemen.

l)

De Union Tank Car Company had vanaf 1958 in Baton Rouge (Louisiana)  een werkplaats voor het onderhoud van ketelwagens in de vorm van een enorme vrijdragende koepel. In die koepel lag een draaischijf waarop 36 sporen aansloten. Daarvan leidden 6 sporen naar de buitenwereld en 30 naar de verschillende werkstations onder de koepel. In 1999 raakte deze Union Tank Car Dome buiten gebruik omdat de standaard lengte van de ketelwagens zo was toegenomen dat nieuwe ketelwagens niet meer op de draaischijf pasten. Een soortgelijke jongere koepel in Wood River is nog in gebruik. Zie deze documentaire.

 

 

Met dank aan:

Gerard de Graaf, Pieter v/d Ham, Erikjan Sachse en Co Wesseling.

 

 

Bronnen:

[1]

De verschillende bedrijfsfotografen van Heemaf hebben tienduizenden foto’s op glasplaten gemaakt. De glasplaten bevinden zich in het Historisch Centrum Overijssel in Zwolle. Een toenemend deel ervan is via internet te bekijken. Afdrukken zijn te vinden in tientallen albums in de bibliotheek van het HEIM in Hengelo. Bovendien zijn afdrukken gebruikt in bijvoorbeeld jaarverslagen en het jaarlijkse tijdschrift Heemaf Post.

[2]

Oorspronkelijk ging het om Website Gueterbahnhof Neu-Isenburg, met dank aan Erikjan Sachse voor de tip. Inmiddels functioneert deze link niet meer en daarom is op 29-08-2022 de link naar een You Tube film over hetzelfde onderwerp geplaatst

[3]

Archief van de firma Logitech (voorheen NS TransportVoorlichting)

[4]

Catalogus No. 22, 1924 van Du Croo and Brauns, Ltd., London-Amsterdam-Sourabaya, Engelse versie aanwezig in het Nederlands Economisch Historisch Archief in Amsterdam.

[5]

Spoorijzer catalogus in de collectie van Gerard de Graaf.

[6[

Spoorijzer catalogus uit 1946, collectie Stoomtrein Valkenburgse Meer.

[7]

E. Dietrich und Adolf Bielschowsky, “Oberbau und Betriebsmittel der Schmalspurbahnen im Dienste von Industrie und Bauwesen, Land- und Forstwirtschaft”; heruitgave door E. Braun te Neustadt (D), voorjaar 1984 (het origineel is in 1914 verschenen).

 

 

 

 

{

Materieel

Terug/verder naar:

 

 

Nieuw                      Home                      Inhoud