fabrieksspoor los

 

Welkom

Inhoud

Inleiding

Andere tractie

Spoorwijdte

Producenten

Import & handel

Eigenaars

Materieel

Links

Contact

Nieuw

Zoeken

 

Stoomtractie op smalspoor

Stoomtractie op normaalspoor

Motortractie op smalspoor

Motortractie op normaalspoor

 

Boeken

Aanvullingen

Tijdschriften

Raadsels

Loctypes

Modellen

 

Aanvullingen op het boek “Industrielocomotieven” van Henk Kolkman

  

 

Hoofdstuk 9.5 Provincie Overijssel                                                                                  toevoegen op p. 147 bij  Nijverdal                         

 

Koninklijke Stoomweverij (KSW): Wagens

 

Inleiding

 

De KSW beschikte over twee eigen spoorwagens. Veel bedrijven bezaten vroeger eigen spoorwagens (tegenwoordig worden ze doorgaans gehuurd van een verhuurbedrijf) voor vervoer tussen hun terrein en klanten. Ze werden dan “geïmmatriculeerd” (deftig voor geregistreerd) bij een spoorwegmaatschappij en kregen een nummer van die maatschappij. Bij NS werd nog een P (van particulier) achter dit nummer gezet.

De KSW gebruikte de wagens echter voor intern vervoer tussen de KSW en de KSB.

Zie de tabel in dit artikel voor technische gegevens van beide wagens.

 

Beremming

 

In 1934 werd door de NS de doorgaande luchtrem voor de goederentreinen ingevoerd. Vanaf toen dienden treinlocs voorzien te zijn van een compressor en een hoofdluchtreservoir (voor rangeerlocs gold dit niet). Middels slangen tussen de wagens en leidingen in de wagens werd de hele trein van luchtdruk voorzien. Goederenwagens moesten bij voorkeur voorzien zijn van luchtdrukremmen, een remluchtreservoir, ed. Het was wel toegestaan om onberemde goederenwagens in een goederentrein op te nemen, maar die moesten dan voorzien zijn van een “doorgaande luchtleiding”, zodat de luchtleiding naar volgende, wel beremde wagens niet werd afgesloten.

Eind 1929 werden witte blokjes op de hoekstijlen aangebracht. Wagens die alleen een doorgaande luchtleiding maar geen remwerk hadden, kregen één wit blokje op elke hoekstijl. Wagens zonder luchtleiding hadden geen witte blokjes en beremde wagens waren voorzien van meer dan één wit blokje per hoekstijl [2].

Bij de invoering van de doorgaande luchtremmen moesten onberemde wagens een luchtleiding hebben. NS vroeg alle particuliere wagenbezitters of zij hun wagens daarmee wensten uit te rusten. De Koninklijke Stoomweverij liet weten daarvoor geen interesse te hebben. De Oberursel locs van de KSW/KSB hadden geen compressor en geen hoofdluchtreservoir. Er was alleen een handrem tegen de achterwand van het machinistenhuis. Voor het vervoer tussen KSW en KSB had een doorgaande luchtleiding voor de KSW wagens dus geen enkele zin.

De consequentie was, dat de wagens vanaf 1-1-1934 niet meer over het NS net vervoerd mocht worden. NS gaf wel toestemming om tussen

Nijverdal Noord en Zuid te pendelen. Daarbij werd de wagens beschouwd als een “depotwagen”, die niet op de vrije baan kwam. Daartoe moest de tekst “Uitsluitend voor vervoer tussen Nijverdal Zuid en Nijverdal Noord” op wagens worden aangebracht.

Het staat echter vast dat de wagens wel voor het tweejaarlijkse onderhoud naar de NS wagenwerkplaats Amersfoort gezonden werden. Dat zou geregeld kunnen worden door een KSW wagen helemaal achterin de trein te houden (zodat de luchtleiding niet onderbroken werd) maar daarvoor moest  uitvoerig gerangeerd worden. Het was goedkoper om de wagens dan toch maar uit te rusten met een doorgaande luchtleiding.

 

HSM CHK 33090 → HSM 49026  → NS 250001 P

 

De KSW kocht deze wagen in 1916 hagelnieuw van de HSM, die 300 identieke wagens had. Op de wagen staat onder andere “Vervoer uitsluitend tussen (niet meer tusschen) Nijverdal Zuid en Nijverdal Noord” (dus tussen KSW en KSB). In tegensprak daarmee lijkt het zogenaamde transiet teken: de T in de driehoek rechts. Dit betekent namelijk dat de wagen wat betreft het “omgrenzingsprofiel” in een aantal Europese landen was toegelaten. Het transietteken is per 1949 vervangen door het RIV-teken [3]. Verder blijkt bij hogere vergroting achter het gewicht linksonder een kruis te zijn aangebracht. Dat is typisch naoorlogs [3].

 

De foto [2] is daarom tussen 1945 en 1949

                                                   genomen →

 

wagon KSW.jpg

Deze wagen was blijkens de foto op p. 29 in dit boek in 1952 nog aanwezig, nog steeds met een wit blokje op elke hoekstijl.

 

SS 4814 → NS 9507NS 250002

 

De wagen is al in 1879 door MAN (D) gebouwd en was onder nummer SS 4814 in dienst van de StaatsSpoorwegen als “luxe paardenwagen”. Zo’n wagen moest in een

sneltrein vervoerd kunnen worden en had dan ook Westinghouse remwerk. De  wagen kwam als 79507 bij de NS, die in 1926 de hele serie opruimde. De meeste ex-SS luxe paarden-wagens (ook boxes genoemd) werden gesloopt; de ex-SS 4814 ging naar de KSW. Met de wagen werden eerst garens van elders aangevoerd, zie hier [3], maar vanwege de komst van de eigen Spinnerijen zal de wagen daarvoor steeds minder nodig zijn geweest. Vanaf september 1932 was er sprake van dat de wagen alleen voor vervoer tussen KSW en KSB gebruikt zou worden; zie daar [3].

 

Deze enig bekende foto [2] is tussen 26-6-1931 en 26-6-1933 genomen →

250001.JPG

Bij de kleine letters rechts van de kast voor het plakbriefje staat namelijk WPW Amf 26-6-1931. Dat wil zeggen dat de wagen op genoemde datum in de NS Wagenwerkplaats Amersfoort gewogen is; de wagen ging daar om de twee jaar heen [B].

Het pas per  1-1-1934 verplichte opschrift “Uitsluitend voor vervoer tussen Nijverdal Zuid en Nijverdal Noord” is nog niet aangebracht. Op de foto ontbreekt het remwerk; wel is op elke hoekstijl één wit blokje aangebracht ten teken van de doorgaande luchtleiding.

 

Het einde

 

In 1952 werd het interne vervoer tussen de KSW  en de KSB afgeschaft. De 250002 kreeg daarna toch nog een revisie in Amersfoort op 28-4-1953 ! Beide wagens werden pas in 1958 gesloopt. Mogelijk zijn er plannen geweest om het interne spoorvervoer te hervatten of hoopte de KSW de wagens nog te kunnen verkopen.

Conclusies

a)

Het nut van de twee eigen wagens lag geheel of grotendeels bij het vervoer per eigen loc van de KSW naar de KSB.

b)

Dit vervoer duurde tot 1952. Het zal in of voor 1916 begonnen zijn, omdat toen de latere NS 250001 P gekocht is. In principe was intern spoorvervoer tussen KSW en KSB al vanaf 1911 mogelijk, omdat toen de eerste eigen loc gekocht is. Die reed in 1911 dagelijks 2 x tussen de KSW en KSB heen en weer. Dat kan als losse loc geweest zijn (om met de ene loc zowel bij de KSW als de KSB te kunnen rangeren). Het is de vraag of er toen al intern spoorvervoer tussen de KSW en KSB plaats vond en zo ja, met welke wagen(s) dit dan gebeurde.

c)

Voor het interne vervoer tussen KSW en KSB had de doorgaande luchtleiding geen betekenis. De eigen KSW wagens hadden toch een doorgaande luchtleiding voor het vervoer van en naar de NS Wagenwerkplaats Amersfoort ten behoeve van het periodieke onderhoud.

 

Bronnen

[1]

Foto’s en informatie verkregen van de archiefgroep van de Historische Kring Hellendoorn Nijverdal.

[2]

Otto Dijkstra, “NS-goederen materieel in HO (6)”, Railhobby november 1981, p. 424.

[3]

Informatie van Hans Nahon.

 

 

Met dank aan:

De archiefgroep van de Historische Kring Hellendoorn Nijverdal, Otto Dijkstra Hans Nahon en Erikjan Sachse

 

 

 

 

Terug/verder naar:

{

 

algemene webpagina over de KSW       KSW locomotieven

 

Nieuw                      Home                      Inhoud