fabrieksspoor los

 

Welkom

Inhoud

Inleiding

Andere tractie

Spoorwijdte

Producenten

Import & handel

Eigenaars

Materieel

Links

Contact

Nieuw

Zoeken

 

 

 

Stoomtractie smalspoor

Stoomtractie normaalspoor

Motortractie smalspoor

Motortractie normaalspoor

 

Provinciaal Ziekenhuis

Meerenberg bij Santpoort

 

Provinciale Ziekenhuizen

Alleen in de provincie Noord Holland bestonden Provinciale Ziekenhuizen. Daar verbleven psychiatrische patiënten. Vanwege de opkomst van “begeleid wonen”, gezinsvervangende tehuizen en dergelijke zijn zulke grote psychiatrische ziekenhuizen vanaf circa 1985 grotendeels verdwenen. Bovendien wilde de provincie van deze taak af.

Er waren drie Provinciale Ziekenhuizen, waarvan die in Medemblik de kleinste was en het kortst bestaan heeft. Meerenberg bij Santpoort en Duin en Bosch tussen Castricum en Bakkum waren grote inrichtingen in de duinen. Ze hadden beiden een spooraansluiting, die vooral diende voor de aanvoer van kolen. Beide Provinciale Ziekenhuizen hadden ook smalspoor. Er was eigen tractie en in Bosch en Duin reed bovendien een tram voor het vervoer van bezoek en personeel van en naar het station Castricum.

Een andere webpagina is gewijd aan Duin en Bosch; deze webpagina gaat over Meerenberg.

Meerenberg

Meerenberg werd in 1849 in gebruik genomen als Meer en Berg. In de loop der tijden werd de naam verbasterd tot Meerenberg. Anders dan het jongere Duin & Bosch bestond dit “gesticht” niet uit een aantal aparte paviljoens, maar vooral uit één groot hoofgebouw. In 1888 kwam er zo’n groot gebouw bij [1] en sprak men van Meerenberg I en II. Er waren maximaal circa 1500 cliënten.

Tussen 1987 en 2002 werd het gebruik van de instelling afgebouwd. Anno 2013 waren de vervallen gebouwen niet toegankelijk omdat er asbest was gevonden. Anno 2020 is de tranformatie tot park en woongebied onder de naam Park Brederode bijna voltooid. Er is nieuwbouw gepleegd, maar een deel van de oude gebouwen is hergebruikt. Het Hoofdgebouw is tot Rijksmonument verklaard.

 

 

Normaalspoor

Bij de keuze van de plaats waar Meerenberg gebouwd zou worden, speelde de ligging ten op zichte van de spoorlijn geen enkele rol, want die spoorlijn was er toen nog niet. Pas in 1870 werd de spoorlijn Haarlem-Uitgeest geopend. Aan die spoorlijn kwam het station Santpoort (later Santpoort Zuid genaamd) en dat lag toevallig redelijk dicht bij Meerenberg. De directe aanleiding voor het aanleggen van een spoorverbinding tussen dit station en Meerenberg schijnt de opening van een oliegasfabriek op Meerenberg te zijn geweest; zie ook de advertentie hiernaast. Gas werd in die tijd – behalve voor koken – veel voor verlichting gebruikt. Grote gasfabrieken maakten gas uit kolen en ook Meerenberg had aanvankelijk een kolengasfabriek.  Er waren ook kleinere olie- of petroleumgasfabrieken waarvoor petroleum de grondstof was.  Vanaf 1888 had Meerenburg dus veel petroleum nodig en dat werd in ketelwagens per spoor aangevoerd.

 

Algemeen Handelsblad 10 09 1888 →

 

Het woord tramspoorweg werd in die tijd wel in plaats van tramlijn gebruikt, maar niet in de betekenis van raccodement. Misschien was het onwenningheid van den Hoofdingenieur van den Provinciale Waterstaat (die de adverentie plaatste).

De ligging van het raccordement blijkt uit de volgende kaart:

Algemeen Handelsblad 10 09 1888.JPG

↓ Fragment van een kaart uit 1930 op www.watwaswaar.nl

Kaart 1930 verder ingetekend.JPG

 

Ons Bloemendaal 01-10-2011.JPG

 

Het raccordement had een lengte van  ≈ 1 kilometer (opmerking A). Het spoor begon bij station Santpoort (tegenwoordig Santpoort –Zuid) aan de lijn Haarlem-Uitgeest en eindigde bij de kolenbergplaats nabij de in aanbouw zijnde oliegasfabriek [1]; zie de bovenstaande kaart

 

← Het raccordement was ydillisch gelegen. Foto uit [2].

 

Omstreeks 1920 – na de sluiting van de eigen gasfabriek - ging het jaarlijks om circa 450 kolenwagens en 50 wagens met stukgoederen [3]. De kolen waren bestemd voor het ketelhuis.

Het ketelhuis (aan de achterzijde van Meerenburg I) lag op 250 meter van de kolenbergplaats bij de gasfabriek. Het ketelhuis kreeg de kolen daarom per smalspoor. Na de sluiting van de oliegasfabriek zou een verlegging van het normaalspoor naar het ketelhuis misschien meer voor de hand gelegen hebben, maar daar lijkt nooit sprake van te zijn geweest.

Ketelwagen

Meerenberg had ten tijde van de oliegasfabriek een eigen ketelwagen. In 1891 bouwde van der Zypen voor de firma E.E. Visser & Zoon te Amsterdam drie ketelwagens, die onder de nuummers 5555 – 5557 in het HSM wagenpark werden opgenomen. Al in 1895 werd de 5557 aan Meerenberg verkocht (de beide andere wagens aan Philipp Poth, Mannheimer Petroleum Import te Mannheim).

In 1897 werd het nummer HSM 502026. In 1918 werd de “petroleumwagen” overgedaan aan de Maatschappij tot Exploitatie van Handelsterreinen (Matex) in Vlaardingen en Rotterdam. In WO2 raakte de wagen zoek [4].

 

“Tankwagen bij gasfabriek”, 1896 [5]→

Tankwagen 1896.jpg

O&K Prov Ziekenh a.JPG

Tractie op normaalspoor

Er werd ingehuurde paardentractie gebruikt (opmerking B), maar in 1920 werd een Orenstein & Kopppel Montania benzineloc van het type L200 aangeschaft. Uit de rekening blijkt dat het O&K fabrieksnummer 1298 is.

In 1924 raakte bij een botsing de trommelas beschadigd [1]. Hiermee zal de blinde as bedoeld zijn.

 

← De rangeerder leunt met de rode vlag uit de raamopening [6]

 

Beide foto’s zijn in 1953 genomen.

 

De benzineloc steekt in stromende regen de Brederoweg over. De rangeerder houdt de rode vlag omhoog om het wegverkeer te waarschuwen [6]↓

O&K Prov Ziekenh c.jpg

Noordhollands archief_Santpoort_KNA001008783.jpg

 

← Er bestaat ook een foto van de voorzijde van de Montania. Collectie gemeente Velsen, 1942.

 

In 1943 moest Meerenberg vanwege de bouw van de Atlantikwall ontruimd worden. De cliënten en het personeel werden tussen 4 januari en 5 februari 1943 in zes treinen (getrokken door twee stoomlocomotieven) geëvacueerd [2] [3] [7].

Hiervoor moest eerst langs het raccordement gesnoeid worden. Na afloop zette een NS ploeg de railspijkers weer vast [8].

Na de oorlog keerden cliënten en personeel terug en werd ook het spoorbedrijf hervat. In 1947 werd wegens reparatie van de eigen Montania de grote Windhoff benzineloc van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf Noord-Holland gehuurd.

 

MBS 12 G.Kuschy.jpg

 

In 1953 namen vrachtauto’s het vervoer over. De loc werd door O&K in Amsterdam met MV2 onderdelen omgebouwd tot dieselloc en reed van 1953 tot 1973 bij de Twentsche Stoomblekerij (TSB) in Goor en daarna bij de Museum Buurtspoorweg (MBS) als loc nummer 12, bijgenaamd het Rij-ijzer of het Gekje. Zie dit artikeltje.

 

← De MBS 12 kort na aankomst bij de MBS. De loc was toen nog dienstvaardig en zag er nog keurig uit, met glas in de ramen en fabrieksplaten. Foto MBS /G. Kuschy

 

Zoals op de foto te zien is, had de loc vroeger koppelstangen. Die waren verbonden met een blinde as midden tussen de wielassen. De motorkap is niet origineel en de schoorsteen is verdwenen.

Loc 12 Totaal 150 mm.JPG

 

 

De MBS 12 is de oudste nog bestaande motorloc in ons land.

Vanaf 2016 is er aan de revisie gewerkt, met als doelen de loc weer rijvaardig te maken en uiterlijk in de staat te brengen zoals ze bij de TSB gereden heeft. In april 2021 was de revisie voltooid:

 

← De MBS 12 op 16-04-2021, foto MBS.

 

Meer hierover staat bij het Nieuws van 29 april 2021.

 

Smalspoor

Er waren twee trajecten [9]. Ze hadden verschillende functies, maar ze waren wel via een wisselverbinding bij Meerenberg I verbonden.

Vanaf de kolenbergplaats leidde een traject van circa 250 meter naar de achterzijde van Meerenberg I, waar het ketelhuis was.

 

In 1950 wordt een kolenwagen gelost op het normaalspoor bij de kolenbergplaats. Naast het normaalspoor ligt op een lager niveau smalspoor [10]→

  

Er was hier paardentractie (zie de foto hieronder) en later motortractie.

  

In 1896 was er paardentractie [10]. De heren belemmeren het uitzicht op de drie kipkarren. Te zien is wel dat het om bakken met een vlakke bodem gaat, die rusten op bokken zonder versteviging. De kipkarren lijken op de producten van Decauville en Figee. Opvallend is de bescherming van de wielstellen ↓

Lossen kolenwagen 1950.jpg

tipwagentjes 1896.JPG

↓ In 1953 – 67 jaar later- stond er een dieselloc voor - op het eerste gezicht - dezelfde kipkarren [9]↓

Montania loc met lorries 1953.jpg

De kipkarren zij niet helemaal gelijk: de meest rechtse heeft nog rollagers; de andere twee hebben modernere rollagers. Ook heeft de meest rechtse kipkar een bak die overal even hoog is (zoals ook in 1896 het geval was); bij de andere twee zijn de kopschotten hoger. Ze hebben wel alle drie het van Decauville en Figee bekende mechanisme: ieder kopschot heeft twee asstompen die in twee half ronde uitsparingen  in de bok vallen. Bij het naar links kippen wordt om de linkerasstomp gedraaid en bij het naar rechts kippen om de rechter. Er is geen vergrendeling.

 

De loc is een Orenstein & Koppel van het type MDI.

 

Bij grote vergroting van deze foto is op het achterschot  te lezen dat het om fabrieksnummer 7826 gaat →

 

Daarmee is terug te zoeken dat de loc in 1937 gebouwd is voor een spoorbreedte van 700 mm en geleverd is aan O&K in Amsterdam. Een aardig detail is de bel op de motorkap. Wegens de opheffing van het kolenvervoer kwam de loc in 1953 weer naar O&K Amsterdam. In 1965 ging ze naar de firma Versteeg in Krommenie [9].

De MD dieselloc was niet de eerste smalspoorloc van Meerenberg. Al voor 1925 was er een O&K benzolloc van het type S5 aanwezig.

Montania met kipkarren 1953.JPG

 

Het andere traject van circa 500 meter lag tussen Meerenberg I en II. Hier bewogen cliënten gesloten wagens voor het vervoer van eten (om 07.30, 11.30 en 16.30), en daar tussendoor de koffie, de thee, wasgoed en magazijngoederen. Langs de smalspoorlijn stonden abri’s waarin de gamellen met eten werden geplaatst. De verschillende afdelingen moesten ze daar ophalen [6]. Zodoende was het sporenplan veel eenvoudiger dan in Duin en Bosch.

 

De “eettram” in 1904 [10] →

Vele (6 x 2 !) handen maken licht werk, maar in weer en wind zal het niet zijn meegevallen.

 

De wagen is van een ander model dan de spijswagen(s) in Duin en Bosch.

eettram.jpg

 

Het smalspoor drong ook in de gebouwen Meerenberg I  en Meerenberg II door [9].

 

Ontladen van den vrachtwagen (daar is hier paard en wagen mee bedoeld) in 1904 bij het  magazijn aan de achterzijde van Meerenberg I [10] →

 

Uit andere foto’s blijkt dat er naar de varkenskotten (vlak bij de gasfabriek) ook smalspoor liep.

 

ontladen van den vrachtwagen.jpg

Het einde

In 1952 werd het eigen spoorvervoer vergeleken met vervoer per vrachtauto. De kosten bleken ongeveer gelijk. In die tijd begon de gemeente Velsen (waaronder Santpoort viel) echter te klagen over ongevallen met fietsers, vanwege de spoorrails in de Duinstraat. Toen de gemeente voorstelde op kosten van het Provinciaal Ziekenhuis een fietspad aan te leggen (waarmee fietsers gedwongen werden het spoor loodrecht te kruisen), was het pleit snel beslist (zie dit boek). Beide O&K locs (die voor het normaalspoor en die voor het smalspoor) werden in 1953 aan O&K in Amsterdam verkocht. Hun verdere lotgevallen zijn hierboven al beschreven.

De smalspoorlijn tussen Meerenberg I en II bleef echter nog enkele jaren in gebruik [9].

 

 

Opmerkingen

A)

De lijnlengte tot aan het terrein van Meerenberg was 858 meter. Op het terrein lag 216 meter “doorlopend spoor” plus een een “volledig halfwissel” met 50 meter “zijspoor tot berging van ledige wagons” [1].

B)

In de tijd van de paardentractie werd de aannemer Maas ingehuurd voor het transport van de volle kolenwagens. Het Provinciaal Ziekenhuis bracht de lege wagens zelf naar het station terug met behulp van 2 paarden en 5 tot 6 man [1]. Dat wijst erop dat er op het zijspoor onvoldoende ruimte was om alle lege wagens op te stellen, zodat er op het doorgaande spoor weer ruimte was voor een volgende zending van volle wagens. Daarbij moet worden opgemerkt dat de wagens in groepen van maximaal 10 stuks kwamen [1].

C)

Loc 12 van Museum Buurtspoorweg (MBS) is de oudst bewaard gebleven motorloc in Nederland.  De loc staat er treurig bij, zonder aandrijving en slecht in de lak. Restauratie naar de originele toestand zou een omvangrijke klus worden, wegens het ontbreken van de blinde as en de koppelstangen. Bovendien bestaat er geen behoefte meer aan haar diensten, wegens de aanwezigheid van twee (anno 2014 ook al jaren niet meer gebruikte) oersikken en vier sikken.

D)

Foto Prov Ziekenhuis Montania. C.jpg

Dhr. J.H. Otto woonde van 1936 t/m 1943 in Santpoort. Hij berichtte naar aanleiding van dit artikeltje dat de Montania vrij licht groen van kleur was en carbid lantaarns en een bel voor het machinistenhuis had, die nooit gebruikt werden.

 

Op deze helaas slechte foto [6] zijn met enige moeite de drie ronde voorruiten te zien. Tussen de tweede en derde ruit (vanaf de fotograaf) hangt een kleine bel aan een stang. De bel wordt in de middelste ruit weerspiegeld.

E)

Regelmatig personenvervoer (zoals de tram in Duin en Bosch) heeft Meerenberg nooit gekend. De afstand zal daar te kort voor zijn geweest. Bezoekers van Meerenberg I konden gebruik maken van het op bovenstaande kaart aangegeven voetpad.

F)

Meer bijzonderheden over de aanschaf en het gebruik van de normaalspoorloc staan in dit boek.

G)

Omdat op de foto’s hierboven drie kipkarren staan, zou de gedachte kunnen rijzen dat er maar drie kipkarren waren of dat er met treinen van drie kipkarren werd gereden. Dat is niet het geval: er is ook een (minder fraaie) foto met een trein van vier kipkarren en waarschijnlijk waren er nog meer. Ook is er een foto uit circa 1950 met een ander type kipkar (met boksteunen en vergrendeling).

H)

Ook de Willem Arntszhoeve in Den Dolder had smalspoor [11]. Vanaf 1918 sloot een raccordement aan op de spoorlijn Utrecht-Amersfoort. Dat eindigde onvertakt bij de kolenlosplaats. Daar lag smalspoor aan beide zijden van het normaalspoor. De smalsporen kwamen via een wissel in één spoor samen voorbij het einde van het raccordement. Vandaar liep het smalspoor naar het ketelhuis. De kolenwagens werden in kipkarren gelost en die werden door patiënten geduwd [11]. Later werd een ezel ingezet. 

 

Met dank aan:

Mevr. Van Schreven (indertijd bibliothecaresse van het Provinciaal Ziekenhuis), Jan van der Male, Hans Nahon, dhr. J.H. Otto en Menno Selhorst.

 

Bronnen:

[1]

Noord-Hollands Archief, plaatsingsnummer 18 (Provinciaal Bestuur), inventarisnummer 2023 (Stukken betreffende de overneming in eigendom, beheer en onderhoud en de verbetering van de weg tussen het station Santpoort en het provinciaal krankzinnigengesticht Meerenberg, de aanleg van een tramweg van het station Santpoort naar Meerenberg, de verbetering van de genoemde weg en de herstelling van het genoemde verbindingsspoor, 1887-1889, 1917-1923, 1932).

[2]

Ab Schuurman, Het Spoorbaantje van het Provinciaal Ziekenhuis, Kwartaalblad Ons Bloemendaal, 01-10-2011.

[3]

P.B.J.A. de Natris en  P. van Twuyver, Industrie in Meerenburg ?, Kwartaalblad Ons Bloemendaal, 01-10-1996.

[4]

Informatie van Hans Nahon.

[5]

Foto uit 1896 uit een fotoboek aangeboden aan C. Druyvesteyn, ter gelegenheid van zijn jubileum als secretaris van de Commissie van Toezicht; Noord-Hollands Archief

[6]

Foto’s, indertijd ter reproductie geleend van de bibliotheek van het Provinciaal Ziekenhuis.

[7]

Deze webpagina op Bloemendaal 1940-1945.

[8]

Telefoongesprek met dhr. Jonker die een (overigens niet gevonden) artikel over het spoor van Meerenberg in het Santpoort weekblad “Huis aan huis” geschreven heeft.

[9]

P.W.J. van der Ham, Smalspoor van het Prov. Ziekenhuis Santpoort, Smalspoor 12 (1989).

[10]

Fotocollectie Provinciale Ziekenhuizen Noord-Holland, Noord-Hollands Archief.

[11]

Toon Steenmeijer, Smalspoor in Den Dolder, De Buffer 99 (zomer 2007)

 

{

aanvullingen op het boek “Smalspoor in bedrijf”

Terug/verder naar:

 

Nieuw                      Home                      Inhoud