fabrieksspoor los

 

Welkom

Inhoud

Inleiding

Andere tractie

Spoorwijdte

Producenten

Import & handel

Eigenaars

Materieel

Links

Contact

Nieuw

Zoeken

 

 

Stoomtractie smalspoor

Stoomtractie normaalspoor

Motortractie smalspoor

Motortractie normaalspoor

 

Boeken

Aanvullingen

Tijdschriften

Raadsels

Loctypes

 

aanvullingen, volgens de hoofdstukindeling van “Smalspoor in Bedrijf”

 

Hoofdstuk 15     Zand-, grind en kalkgroeven: Zandmennerij Hargen

Kaart1950B.JPG

Inleiding

Alleen al het woord “zandmennerij” is interessant. Volgens Van Dale betekent het gewoon “zanderij”, een in de spoorwegliteratuur welbekende term. Maar het woord zandmennerij schijnt toch alleen gebruikt te zijn voor de zanderij in de brede duinen bij Hargen en Groet, net ten zuiden van de Hondsbossche Zeewering  in Noord Holland. Mennerij slaat op het mennen van paarden in de zanderij en op het jaagpad van de Hargervaart.

 

← Kaartfragment uit 1950 (uit: WatWasWaar). Het smalspoor is hierin met een oranje streeplijn aangegeven.

 

Bij Z op de kaart is eeuwenlang zand gewonnen. Er waren diverse toepassingen: metselzand, strooizand in café’s, ophoging van het Rokin in Amsterdam, verscheping  naar Engeland voor gebruik bij  de glasfabricage, de kalkzandsteenfabriek in Schoorldam, enz. [1].

Na het graven van de Hargervaart in 1722 kon het zand met schuiten worden afgevoerd [1]. Later werd er smalspoor gebruikt voor het vervoer tussen de Zandmennerij en de Hargervaart, met opmerkelijke wagentypes.

Op de fraaie website [2] van de Cultuur-historische Vereniging Scoronlo (genoemd naar een vroeg middeleeuwse schrijfwijze van Schoorl) staan een aantal interessante artikelen over en foto’s van de Zandmennerij Hargen. Van die foto’s zijn er hieronder – met toestemming – twee geplaatst.

PaardEnDraaischijf.JPG

Bovenstaande foto is duidelijk uit de tijd van de paardentractie en zal daarom voor 1921 genomen zijn. Vanuit een draaischijf waaieren de sporen in de Zandmennerij uit. De spoorwijdte zal 900 mm zijn.

 

Rollend materieel

De wagens op bovenstaande foto hebben een houten frame. Op elke wagen staan twee metalen bakken. Het lijkt erop dat deze bakken naar beide zijden kipbaar zijn, maar “Het waren geen kipkarren. Ze hadden namelijk in de bodem twee kleppen, die met een hendel te openen waren.” [2c] Het spoor kwam uit op een brug dwars over de smalle Hargervaart. Onder die brug lag het te beladen schip. “Tussen de rails was een opening waar de karren stuk voor stuk boven werden gereden. Men trok dan de hendel over waarna de kleppen zich openden en het zand in het ruim van het onder de brug liggende schip stortte” [2c]. Op de achterste wagen op de foto hierboven is een hendel te zien, maar die zal voor de remmen zijn.

In 1921 kwam er een 10 pk Ruhrthaler benzinelocomotief [3]. Directeur Schoone van de Zandmennerij was er zeer tevreden over. Volgens de Ruhrthaler leverlijst [4] zal het om fabrieksnummer 507 van 10-13 pk gegaan zijn, want dat is de enige via importeur Walter Hoene in 1921 geleverde loc van 10 pk voor een spoorwijdte van 900 mm. Overigens was het in die tijd gewoon om voor het motorvermogen niet één waarde op te geven, maar een onder- en bovengrens (in dit geval dus 10 – 13 pk) omdat de samenstelling van brandstoffen niet gestandariseerd was. De eigenschappen van benzine verschilden van leverancier tot leverancier.

Op deze afbeelding van de loc is te zien dat er ondertussen ook andere, stalen kipkarren waren gekomen.

 

Ook dit is een prentbriefkaart van Scoronlo [2a], genomen in een idyllische omgeving vlakbij de Hargervaart          

 

Er was geen tussenopslag in de vorm van een  silo. Kennelijk werden de kipwagens ook als zodanig gebruikt. Een kuub zand weegt ongeveer 1½ ton. Een kipkar van 2 kuub bevatte dus ongeveer 3 ton zand. Er werd gevaren met kleine schepen (genoemd wordt 80 ton), die vanwege de diepgang niet eens vol beladen konden worden. Een voorraad van 15 ton zand in 5 kipkarren legt dan enig gewicht in de schaal, maar het is te begrijpen dat de schepen moesten wachten [2b, 2c] omdat een deel van het te laden zand nog gedolven moest worden.

hargen-zandspoorlijn.jpg

Een citaat uit [2c] “Later kwamen er grotere karren met een inhoud van twee kuub per stuk. Per rit gingen er drie karren mee, die door drie mensen werden vol geschept.” Op bedoelde afbeelding ziet men vier karren die door vier mensen worden vol geschept, maar er bestaat een ansichtkaart [2c] waarop men in de verte een loc ziet met drie wagens. Op de voorgrond staan ook weer drie gekoppelde wagens, die door drie man worden vol geschept. Eén der wagens draagt het nummer 13.

 

In [2c] wordt de Ruhrthaler benzineloc niet genoemd, maar wel “een locomotiefje waar een Fordson op stond”. Met andere woorden: een locomotief gebouwd op basis van een Fordson tractor. In [2a] staat hier zelfs een foto van. De tractorlocmotief is echter omringd met mensen, zodat er niet zoveel van valt te zeggen. Het lijkt geen product van de op dit gebied bekende firma Thiadens, maar de loc ziet er wel professioneel gebouwd uit.

Het bleek al dat de Zandmennerij Hargen een kleinschalig bedrijf was. Er waren immers drie man die de karren vol schepten (plus een machinist). Misschien waren er gelijktijdig wel meer van die ploegen van drie man op verschillende plaatsen aan het werk, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat er twee locs actief waren. Kennelijk was de Ruhrthaler ten tijde van de tractorlocomotief al weg.

 

Er is volgens [2c] nog een derde loc geweest en wel een Orenstein & Koppel dieselloc. Dat blijkt feilloos te kloppen:

Montania Hargen.jpg

 

←Naar aanleiding van een eerdere versie van deze webpagina verraste Gerard de Graaf met bijgaande scan van een foto uit een krant van 13 juli 1940. Het bijschrift spreekt van de zanderij in Groet, gemeente Schoorl; de foto illustreerde de behoefte aan zand voor “grote werken”. Op de foto staan een paar van de typische wagens, die ook op de afbeelding van de Ruhrthaler staan. Ze worden door drie mannen met zomerhoeden (te) vol geschept. De compositie is bijzonder. Doordat de loc recht van achteren is genomen, staan de scheppende mannen er prima op (en daar ging het de krant natuurlijk om). Daardoor is van de loc alleen de saaie achterkant te zien. Dat is geen bezwaar: het is bekend hoe dit type eruit ziet. Het grote voordeel is dat nu het fabrieksnummer heel goed te zien is, namelijk 5955. Het is duidelijk een fabrieksnummer van Orenstein & Koppel, want O&K bracht het nummer (soms) op het achterschot aan; zie bijvoorbeeld hier. Het bouwjaar is 1935. Op een lijst van O&K Amsterdam staat dat deze O&K 5955 een loc van het type RL1a voor 700 mm spoorwijdte is, die in 1959 gebruikt verkocht is aan heibedrijf Voorbij te Wilnis. De Zandmennerij had echter 900 mm spoorwijdte, dus de loc is door O&K omgespoord na einde van het smalspoor bij de Zandmennerij in 1957 (zie hieronder).

Let ook eens op de bel op de loc.

 

Het einde

In 1957 werd het spoor opgebroken en werd de brug over de Hargervaart verwijderd [2c]. Er kwam nu een steiger waar de schepen met vrachtauto’s werden beladen. Die vrachtauto’s werden in de Zandmennerij met een dragline gevuld [5]. Tot dan toe was dat nog steeds met de schop gebeurd !

Korte tijd later ging het vervoer helemaal per vrachtauto. In 1967 werden de activiteiten gestopt [5].

 

 

Samenvatting

De Zandmennerij Hargen was een klein, eeuwenoud bedrijf. Het transport van zand naar de Hargervaart is in de loop der tijden op verschillende manieren gebeurd: met paard en wagen, met 900 mm smalspoor en paardentractie, met 900 mm smalspoor en motorractie en per vrachtwagen. Op het smalspoor werden weinig voorkomende onderlossers gebruikt, eerst met een houten frame en later geheel van staal. De motortractie werd achtereenvolgens verzorgd door een Ruhrthaler benzineloc, een Fordson tractorloc en een O&K dieselloc.

 

Opmerkingen

-

Er bestaat een schilderij uit 1917 van Job Graadt van Roggen van de Zandmennerij Hargen. Hierop is het smalspoor met een kipkar te zien.

-

Op kaarten uit 1950 en 1961 loopt er ook nog een lange lijn verder de duinen in. Dat is de lijn van de Provinciale Waterstaat ten behoeve van het onderhoud van de strandhoofden. Waarschijnlijk werd de basalt voor de strandhoofden ook aangevoerd via de Hargervaart en vervolgens over die lijn door de duinen naar de kust getransporteerd [7].

Onderstaand kaartfragment [6] toont de sporen bij de Hargervaart in detail (gedraaid ten opzichte van de kaart bovenin deze webpagina). Er blijkt geen interactie te zijn tussen het spoor van de Provinciale Waterstaat (zwart gestreept) en het spoor van de Zanderij (rood gestreept).

 

Met dank aan:

Gerard de Graaf en Kees Plug

 

Bronnen:

[1]

Diverse websites.

[2]

[2a]

[2b]

 

[2c]

website van de Cultuur-historische Vereniging Scoronlo, meer in het bijzonder:

foto’s: http://www.scoronlo.nl/fotos/hargen/fotos-hargen.htm

Jouke Minkema,“Als de Hargervaart kon spreken”, in: Scoronlo nr. 1 (1989) http://www.scoronlo.nl/periodiek/nr01/hargervaart/hargervaart-1.jpg

Cor Pfaff“Zandmennerij te Hargen” in Scoronlo nr 24 van oktober 2002

http://www.scoronlo.nl/periodiek/nr24/zandmennerij-hargen/index.htm 

[3]

Referentiebrief van Ruhrthaler importeur Walter Hoene in de collectie van Kees Plug.

[4]

100 Jahre Ruhrthaler Maschinefabrik, CD van Jens Merte en Martin Schiffmann.

[5]

Foto’s op de beeldbank van het Nationaal Archief.

[6]

Noord-Hollands Archief, toegang 553: Provinciale Waterstaat van Noord-Holland te Haarlem;

Inventarisnummer 117: Werkspoorweg van de Harger- of Nieuwe Vaart naar de Noordzeekust bezuiden Kamperduin, Gemeente Schoorl, 1930-1932.

[7]

Informatie van Kees Plug.

 

 

 

{

aanvullingen op het boek ”Smalspoor in bedrijf”                 

Terug/verder naar:

                        

Nieuw                      Home                      Inhoud